Achilles was ooit kneiterlinks

links rechts.jpg hoofdartikel

Het viel me op dat mijn beide neven Steven en Wout de afgelopen maand ook al aan de beurt waren voor een hoofdartikel. Wellicht een tikje te veel van het goede nu ik er achteraan kom, voor je het weet wordt er een doctrine naar ons vernoemd. Maar we kijken gelukkig ook verschillend tegen zaken aan dus het zal niet teveel van hetzelfde zijn.

hoofdartikel.JPGToen laatst de sloophamer in de Vlonder werd gezet, dacht ik terug aan de tijd voordat de Vlonder in 1980 werd gebouwd. Het waren de jaren zeventig en Achilles hield er bepaalde ‘principes’ op na. Waar andere clubs allang clubblad-, bord- en trainingspakkensponsoring hadden, deed Achilles niet mee, want dit waren allemaal maar uitwassen van het verderfelijke kapitalisme. Waar bij andere clubs al tactisch werd gewisseld, was dat bij Achilles uit den boze. Het was niet eerlijk om iemand die zo zijn best deed, maar in beroerde vorm stak, eruit te halen voor een verse kracht. Waar andere clubs na de eerste helft van het veldseizoen (ja, het was nog 3-vakkenkorfbal) bij aanvang van de zaalcompetitie hun eerste en andere teams van 12 naar 8 spelers terugbrachten, bleef Achilles met dezelfde 12 in de zaal spelen want anders moest er worden doorgeselecteerd en dan zouden de 4 zwakste schakels afvallen.

Ik herinner me ook nog levendig dat als het weekend op 1 mei viel, er bepaalde elementen waren die doodleuk op rode sokken korfbalden. Bij bestuursvergaderingen waar vertrouwelijke zaken werden besproken mochten -indachtig het verheffingsideaal-snotneuzen van de jeugdraad van nauwelijks 18 jaar aanwezig zijn. Eigenlijk was Achilles destijds kneiterlinks.

Financieel stonden we er ook niet florissant voor. Er was een contributieachterstand van duizenden guldens, voor die tijd veel geld. Wel de lusten, maar betalen ho maar. Onze houten kantine stond op instorten. Mijn vader was net voorzitter geworden. Er moest een nieuw clubhuis komen en er was eigenlijk geen geld. Dus werd er orde op zaken gesteld. Martin Knoppert werd de contributiewaakhond ‘by walking around’. Dus iedereen die een achterstand had, werd op het veld direct aangesproken en gemaand. Het was vermakelijk te zien dat leden omtrekkende bewegingen maakten als hij op ons terrein verscheen. Maar binnen een jaar had hij alles binnengehaald. We stonden er inmiddels iets beter voor. Niettemin weet ik nog wel dat mijn vader slapeloze nachten had toen hij naar de bank moest voor een hypotheek op het nieuwe clubgebouw. Hij danste bij ons thuis zowat de horlepiep toen hij het verlossende telefoontje van de bank kreeg dat de financiering rond was.

De nieuwe Vlonder bracht een geweldige positieve impuls in de club teweeg. De club groeide zowel qua prestaties als in ledenaantal en het besef groeide dat er ook geld verdiend mocht worden. We hadden een hoofdsponsor (Sport Shop Scheveningen van Peter en Annette Lievaart) en later zelfs een shirtsponsor. Inmiddels mocht er tactisch gewisseld worden en we speelden met 8 spelers per team in de zaal.

Straks krijgen we een nieuw clubhuis (vanwege de allure van het nieuwe gebouw kan het woord ‘kantine’ dan echt niet meer). Ik weet zeker dit wederom een enorme impuls aan de club zal geven. Maar het is ook reden voor zorg. Het clubhuis en trainingszaal zullen geëxploiteerd moeten worden. Dat gaat niet alleen met betaalde krachten. Dat betekent dat er een extra beroep op vrijwilligers gedaan zal moeten worden. Want met louter consumerende leden kan je de tent niet draaien. Een kernwaarde daarvoor is gemeenschapszin, ofwel innerlijke bereidheid en vaardigheid om zo nodig ten koste van persoonlijke offers iets voor elkaar te doen op deze club. Dit laatste schreef mijn neef Steven laatst iets anders op, maar daarover ben ik het dus zeer met hem eens.

Groeten Frits Broers

Datum 06-04-2021 13:18
Tags