Mei

vlag-en-wimpel.jpg hoofdartikel

En weer is het mei geworden. Mei is mijn favoriete maand in het jaar. Het is mijn geboortemaand, maar dat is inmiddels zo lang geleden dat de viering van mijn verjaardag zich beperkt tot kroonjaren. Het is de maand van herdenking en bevrijding. Ik werk op dit moment mee aan het tot stand komen van een jubileumuitgave ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van onze club, en ik vroeg mij af hoe er kort na de bevrijding van het Duitse juk in 1945 aangekeken werd tegen die bevrijding.

hoofdartikel.JPGBij de jaarwisseling 1945/46 was er voor het eerst in jaren weer een nieuwjaarsbijeenkomst, met zoals dat voor de oorlog ook plaatsvond, een kluchtige sketch met het echtpaar Thomasvaer en Pieternel, die een terugblik verzorgen op het afgelopen jaar. Ontleend aan een traditie die bestond sinds 1707 bij de jaarlijkse opvoering van de Gijsbreght van Aemstel in Amsterdam, en die de Achillianen hadden geleend. Tot in de jaren zestig heeft Achilles deze traditie in ere gehouden.

In deze sketch, op rijm, spreekt in januari 1946 Pieternel (in de regie-aanwijzing staat ”licht onverschillig”):

“Och Thomasvaer, de oorlog heeft veel afgebroken,
Geen wonder dat Achilles ook een veer moest laten,
Daarover zou ’k niet willen praten.
Dat spreekt vanzelf, ’t is niet de moeite waard,
Achilles’ geest bleef niet gespaard
Voor ’t algemeen en akelig verval,
Maar ach, er blijft altijd nog wel een bal,
Een mand en vele rappe voeten, daar zal men niet om zoeken moeten”.
Thomasvaer neemt het minder luchtig op:
“Maar wie er moordt en wie er steelt,
Achilles speelt!
Achilles speelt. Zo moet het blijven.
Maar niet alleen met onze lijven,
Met onze geest en met ons vuur.
Dan zal de lange levensduur
Van onze club bestendig blijven!”

Toegegeven, dichters met een groter talent hebben het einde van de oorlog bezongen. Wat mij opviel was het verlangen om snel over te gaan op de orde van de dag en vooruit te kijken:

“Het jaar begint! Geen wil neer wrokken,
Over wat fout geweest kon zijn,
Wij willen nieuwe mensen zijn.”

Maar mei staat voor meer. Waar ik woon, op het platteland van Overijssel, is de natuur weer tot leven gekomen. De bloesem spat van de fruitbomen, insecten zoemen in het rond en vallen massaal (bloody nature) ten prooi aan jagende zwaluwen en andere vogels, allemaal in een bittermooi gevecht om voedsel voor hun jongen. Het akkerland is omgeploegd en er is de eerste groene gloed van opkomend gewas.

Ik houd van mei, de maand van de beloften. En als we dat betrekken op Achilles dan is er de belofte van een hagelnieuwe accommodatie, waar we naar kunnen kijken maar waar we nog niet in mogen tot juni. En de maand waarin het eerste zich een weg terug kan vechten naar de veld Overgangsklasse. Wat zou dat mooi zijn, als we in ons jubileumjaar weer echt terug zijn in de subtop!

En het is de maand waarin hard gewerkt wordt aan de voorbereidingen voor het eeuwfeest, honderd jaar Achilles, meer dan een club!

Steven Broers

Datum 10-05-2022 11:00
Tags