Door Steven Broers - Een tijdje geleden, ergens tussen de Coronagolven in, zat ik met iemand te eten aan wie ik zeer gehecht ben en die ik al heel lang ken, maar de laatste tijd niet zo vaak meer had gezien. Door dat vele thuiswerken kom ik veel minder in Den Haag dan ik zou willen. Al snel kwam, hoe kan het anders, het gesprek op het virus en de bestrijding ervan. Tot mijn verbijstering deed mijn tafelgenoot hierover een aantal uitspraken die ik eigenlijk niet anders kon zien dan als totale onzin en roekeloos in hun consequenties. ‘Hij is totaal van de pot gerukt’, schoot er door me heen.